Mobiele Telefoon

(De eerste telefoon "THE CENTENNIAL MODEL" door Alexander Graham Bell in 1876)

Eigenlijk is een mobiele telefoon 'gewoon' een telefoon. Maar... een mobiele telefoon is veel meer:

je kan informatie opslaan (telefoonnummers) - een agenda bijhouden - e-mail verzenden en ontvangen - foto's maken, verzenden en ontvangen - sms-sen zinnetjes naar elkaar verzenden - whatsappen - informatie ophalen (downloaden) van het internet - spelletjes spelen - je kan de telefoon integreren met allerlei andere apparatuur - facebooken - gebruiken als afstandsbediening - fimpjes kijken (Youtube) - rekenmachine - opnameapparaat - enz....

O ja... en telefoneren natuurlijk!!!

De telefoon is uitgevonden door Alexander Graham Bell in 1876 en de radio door Nicolai Tesla (zie portret) in ongeveer 1880. Het lag voor de hand dat deze 2 uitvindingen gecombineerd zouden gaan worden.

De radiotelefoon bestond al heel lang, maar er waren per stad maar ongeveer 25 kanalen, via een centrale antenne, beschikbaar voor gebruik van zo'n telefoon. Er konden daardoor weinig mensen gebruik maken van de radio-telefoon. Hij was dan ook hoofdzakelijk in gebruik bij de nooddiensten. 

klik op het plaatje voor uitgebreide informatie over de techniek van de GSM)

De grote vooruitgang bij de 'GSM'  (Global System for Mobile Communications = wereldwijd systeem voor mobiele communicatie) is dat er geen gebruik wordt gemaakt van één grote antenne maar van zeer veel kleinere. Deze antennes staan in 'cellen' (Engels voor mobiele telefoon = cell-phone) Elke antenne kan wel 832 kanalen tegelijk bedienen.

Elke cel heeft een basisstation hoog op een gebouw, bijvoorbeeld voorzien van radioapparatuur. Deze apparatuur is zender en ontvanger.

Alle cel-telefoons hebben eigen, unieke herkenningscodes. Deze codes worden gebruikt om de gebruiker, de telefoon en de provider (netwerkaanbieder) te herkennen.

Hieronder staat stap voor stap wat er gebeurt als iemand jou, op je GSM, probeert te bellen.

1)    Als je de telefoon aanzet zoekt de telefoon een Systeem Identificatie Code (SID) op het controlekanaal (een kanaal dat gebruikt wordt door de telefoon en de provider. Als de telefoon geen controlekanaal kan vinden, is de telefoon buiten het bereik van een zender/ ontvanger (de telefoon zal dat aangeven in het display).

2)   Als er een SID gevonden wordt, wordt dit vergeleken met de informatie die in de telefoon is opgeslagen. Klopt de SID met de GSM dan kan er gecommuniceerd worden.

3)   Naast de SID wordt er een registratie-aanvraag gedaan. Zo kan worden bijgehouden waar jouw telefoon zich bevindt. Op deze manier weet de provider in welke cel je bent. Dat is handig als de provider jouw telefoon wil laten overgaan. 

4)   De provider krijgt een telefoontje en probeert jouw telefoon te vinden. Hij kan zien in welke cel die telefoon is.

5)   De provider zoekt twee kanalen in de cel van je telefoon waar je op dat moment bent. Zodat je het gesprek kunt aannemen.

6)    De provider 'vertelt'  (via het controlekanaal) jouw telefoon welke kanalen gebruikt moeten worden. Als jouw GSM en de antenne van de cel waar je op dat moment bent allebei op de juiste kanalen zijn afgestemd, wordt het gesprek doorgeschakeld naar jouw telefoon. Pas na alle bovenstaande stappen kun je praten met en luisteren naar degene aan de andere kant. 

7)    Als je tijdens het telefoongesprek buiten het bereik van het basisstation komt, 'merkt' dat station dat het signaal minder wordt. Een volgende cel -die steeds aan het luisteren is of er signalen in de buurt zijn- ziet jouw signaal dichterbij komen en zal de signalen overnemen. De twee basisstations houden samen in de gaten wanneer de één het signaal moet overnemen van de ander en wanneer het basisstation waar je als eerste gebruik van maakt, jouw kanalen weer kan gebruiken voor een ander gesprek.

Wanneer iemand jou probeert te bellen vanuit, bijvoorbeeld, Azië wordt er gebruik gemaakt van satellietverbindingen.

 

Activiteiten

1)  Gebruik jij een mobiele telefoon? Als je die gebruikt, probeer dan in ongeveer 40 woorden op te schrijven waarom jij een GSM hebt. Noem tenminste drie redenen!

Heb je geen mobiele telefoon, maar wil je er wel één gaan gebruiken, dan kun je de eerste vraag ook beantwoorden. Wil je geen GSM? Dan kun je vertellen waarom niet?

2)  Zijn er gevaren aan de zend-/ ontvangmasten die overal staan? Leg je antwoord uit.

3)  Welke manieren van draadloos telefoneren waren er voordat de mobiele telefoon gebruikt ging worden. Noem de apparaten.

Doe de proef

 

contact: info@techna.nl

hans oostendorp stoommachine GL KB BB leerweg elektriciteit stroom spanning snelheid proeven natuurkunde techniek docent vmbo mavo vbo leerlingen kelvin celsius fahrenheit dichtheid massa mars volume brug motor constructie mir ruimte tandwielen regenboog licht laser straling atoom practicum maan zon planeten aarde saturnus zon elektromagnetisme elektromotor pascal magneet dynamo boiler ampere volt newton kracht hefboom moment onderwijs wps vernieuwde basisvorming lts vmbo les basisschool watt volt ohm spanning orkaan weer wolken rontgen licht kleur energie techna natuurkunde techniek scheikunde kinderen kids kidz werkstuk eenvoudig nieuwe manier van lesgeven presentatie powerpoint proef hersenknerser hotpot vraag vragen opdracht opdrachten schakelingen batterij schakelaar elektriciteitscentrale serie parallel componenten weerstand leerling meester klas les aantekeningen examen eenvoudig nask leraar lerares docente kerndoel competenties pdf 4e klas 3e 2e 1e belgie start profieldelen vernieud keuzedelen competentie