Werkstuk voor nask – 4e klas
Je gaat een werkstuk maken voor het vak nask1.
Volledig in EIGEN WOORDEN/ZINNEN
Dit is een thuisopdracht
Op school wordt ‘krachten en meer’ in meer dan 2 hoofdstukken behandeld + 2 proeven met verslagen.
voor BB – KB – GL telt dit 3x mee in het PTA
De geprinte + digitale versie van dit werkstuk moeten worden ingeleverd in week 06 van 2025 (of eerder).
Dit kan tot uiterlijk vrijdag 07 februari, 12:25 ’s middags:
Elke werkdag daarna kost 5 punten (in een schaal van 0 tot 100).
Jouw digitale werkstuk-bestand moet ingeleverd worden via Magister:
ELO > opdrachten.
Via Google Docs download je jouw, zelf gemaakte, werkstuk-bestand als ‘Microsoft Doc’, GEEN PDF. Daarna kun je het in Magister inleveren via ELO -> opdrachten)
Zet in de bestandsnaam jouw naam + klas
Het digitale bestand wordt alleen gebruikt om plagiaat-, kunstmatige intelligentie controle en ‘woorden te tellen’
(controle vindt plaats nadat je werkstuk, geprint, is ingeleverd).
Het onderwerp moet gekozen worden uit een van de onderwerpen (ruim 100), die op www.techna.nl worden behandeld.
Bekijk en lees de ‘bladzijden’, die jouw belangstelling hebben, goed.
Ga daarna verder surfen en zoek meer info over het onderwerp dat jij hebt gekozen.
Het aantal woorden in de hoofdstukken van je werkstuk tenminste:
BB: 1500 woorden
KB: 2000 woorden
GL: 2500 woorden
Voorkant, inhoudsopgave, inleiding, nawoord, plaatjes, bronvermelding, en 2e-klas proef tellen niet mee bij het aantal woorden!
Als je goede tekst hebt gevonden op het internet, ga je die in z’n geheel veranderen naar eigen zinnen (samenvatten). Per zin woorden ‘vertalen’, blijft vaak toch nog plagiaat.
Onder elk stuk tekst, dat je van jezelf gemaakt hebt, zet je de bron.
Bronvermelding aan het eind van je werkstuk is geen optie.
AI mag gebruikt worden als inspiratie maar… je hele tekst moet in eigen woorden.
Alleen woorden vervangen blijft plagiaat of AI.
En…: bijvoorbeeld ‘Wikipedia’ of ‘Google search’ zijn GEEN BRONNEN.
Artificial Intelligence (AI) is geen bron!
Plagiaat (kopie) + Artificial Intelligence:
BB: niet meer dan 10%
KB: niet meer dan 9%
GL: niet meer dan 8%
Magister en andere ‘checkers’ controleren en zijn leidend.
Achteraf kan er wellicht nog (meer) plagiaat, of door het internet gemaakte tekst gevonden worden en telt ook mee.
Elk ‘internetprocent’ kost ook 1 punt bij je ‘hoofdstuk-score’,
Meer plagiaat dan hierboven genoemd, wordt gecheckt op relevantie, minder plagiaat niet.
(bijvoorbeeld: 3% plagiaat kost 3 punten bij ‘De hoofdstuk-score’, zie beoordelingsformulier)
Teveel van internet (of andere bronnen) gekopieerd, gegenereerd en/of geplakt, wordt gezien als examen-onregelmatigheid
en wordt met een 1,0 gewaardeerd.
Daarnaast wordt er een brief naar huis gestuurd en er komt een vermelding in je examendossier.
Hieronder vind je waar jij rekening mee moet houden als je het werkstuk maakt voor nask
De docent heeft met jou overleg over de inhoud van je hoofdstukken in je werkstuk.
Jij levert (tenminste) 10 hoofdstuktitels/onderzoeksvragen aan die aangeven wat je wilt weten/uitzoeken/onderzoeken.
(de docent geeft tips en aanvullingen, schrapt enz.).
Zorg dat je voor de kerstvakantie een ‘GO’ hebt, voor je onderwerp!
De docent noteert jouw onderwerp
Bedenk ook al vragen die je wilt beantwoorden in je werkstuk zodat je kunt beginnen in de vakantie
Deze originele GO! Toevoegen aan je werkstuk (geen plaatje)
Het blaadje met tips en aantekeningen van de docent, moet, in je werkstuk, toegevoegd worden als bijlage!
Als je geen hoofdstukvolgorde/inhoud hebt laten beoordelen door de docent, kan je werkstuk, achteraf, worden afgekeurd en moet je overnieuw beginnen!
Je gebruikt lettertype "Arial 14" zijn. Een ander lettertype kost punten! Als je een titel wilt maken, maak dan het verplichte lettertype iets groter en dikker.
korte uitleg en tips
Handtekening met aanvullingen enz. op bijlage voor ‘GO!’ Je krijgt een handtekening voor het formuleren van de hoofdstukken (waar ga je het over hebben en waarom (in de inleiding). Deze inhoudsopgave, met handtekening, moet je in je werkstuk bijvoegen.
Door MS Word of Google Docs gegenereerde inhoudsopgave Genoemde tekstverwerkers kunnen, met jouw hulp, een eigen inhoudsopgave maken, die steeds, makkelijk, kan worden aangepast. Dit wordt uitgelegd. Deze inhoudsopgave is verplicht.
Voorpagina met titel / datum / klas / paginanummers (en mogelijk, kop-voettekst)
Inleiding In de inleiding beschrijf waarom je gekozen hebt voor je onderwerp en de hoofdstuktitels (“Ik vind dit een leuk onderwerp”, is geen goede inleiding).Hoe ben je te werk gegaan (de manier van zoeken, de problemen met vinden van goede info, welke mensen je geholpen hebben, enz.) Welke vraag vindt jij het belangrijkst om het antwoord op te vinden en waarom deze vraag? |
De hoofdstukken |
Alle hoofdstukken hebben een titel (gemakkelijk voor de inhoudsopgave). Het gaat over natuurkunde en/of scheikunde. De tekst in de hoofdstukken is direct gelinkt aan de hoofdstuktitel. Het is handig om de hoofdstuktitel in de vorm van een vraag te bedenken. Dan kun je in het hoofdstuk die vraag gaan beantwoorden. Het is getypt in je eigen woorden! Zorg voor zo min mogelijk plagiaat. Magister en andere checkers controleren! (Elke ínternet- of AI-procent' kost een punt bij de hoofdstukken). Ga nooit zomaar iets overschrijven, knippen en plakken van het internet: Sites hebben mogelijk een politieke voorkeur. Vertaal hele zinnen in eigen zinnen, ga samenvatten. Woord voor woord veranderen blijft plagiaat.
Bij twijfel over de eigenheid van je werkstuk (of gedeelten daarvan), worden er vragen door de docent gesteld om vast te stellen of je de tekst/woorden in je werkstuk snapt. |
Proef voor 2e-klassers, in eigen woorden, volgens ‘techna-methode’: titel/onderzoeksvraag/wat is nodig/hypothese/waarnemingen door de proef/vragen over de proef/conclusie/evaluatie/bijpassende plaatje(s). |
De proef die je verzint, moet bij jouw onderwerp passen en te doen zijn in een nask-lokaal door 2e-klassers.
Bronvermelding onder elk stukje tekst dat je gebruikt en ‘vertaald’ hebt. Onderaan ieder hoofdstuk plak je de ‘internetadressen’ die je bezocht hebt voor dat hoofdstuk. Deze bron moet geraadpleegd kunnen worden.
1 bron is geen bron
AI – ‘Wikipedia’ – ‘google search’ – ‘m’n vader’ als enige bron is geen bron.
Plaatjes Plaatjes voegen iets toe en maken de tekst begrijpelijker. Het vinden van bijpassende plaatjes is ook van belang voor je werkstuk. Soms is het moeilijk iets te vertellen maar verteld een plaatje het goede verhaal.
Nawoord Wat weet je nu meer over je gekozen onderwerp? Heb je genoeg informatie kunnen vinden? Vond je het leuk, leerzaam, verschrikkelijk, enz. om te doen? Waarom? Ben je trots op je werk? Welk stuk? Waarom? Nu je meer weet, wil je je je nog meer verdiepen in je onderwerp? Welk gedeelte? Waarom?
Extra inspanning of niet Doe je meer dan wat verwacht wordt (zie beoordelingsformulier), kunnen er extra punten worden toegekend. Doe je minder: geen mapje, slordig, geen handtekening voor je hoofdstukken / inhoud, worden minpunten toegekend. |
Beoordelingsformulier van de docent
Onderstaande formulier gebruikt de docent om jouw werkstuk te beoordelen:
Het maximaal aantal punten dat per item gegeven kan worden, is vermeld.