Werkstuk voor nask – 4e klas
Je gaat een werkstuk maken
voor het vak nask1.
Dit is een thuisopdracht
Op school wordt ‘krachten en
meer’ in meer dan 2 hoofdstukken behandeld.
voor BB – KB – GL telt dit
3x mee in het PTA
De geprinte + digitale versie van
dit werkstuk moeten worden ingeleverd in week 05 van 2024 (of eerder).
Dit kan tot uiterlijk vrijdag
02 februari, 12:25 ’s middags:
Elke werkdag daarna
kost 5 punten
(in een schaal van 0 tot
100).
Jouw digitale werkstuk-bestand moet ingeleverd worden via Magister:
ELO > opdrachten.
Via Google Docs download je jouw, zelf gemaakte, werkstuk-bestand als Microsoft Word, NIET ALS PDF.
Daarna kun je het in Magister inleveren via ELO -> opdrachten)
Het
digitale bestand is ALLEEN voor plagiaat- en kunstmatige intelligentie controle
plus ‘woorden tellen’
(controle
vindt plaats nadat je werkstuk, geprint, is ingeleverd).
Het onderwerp moet gekozen worden uit een van de
onderwerpen (ruim 100), die op www.techna.nl worden behandeld.
Bekijk en lees de ‘bladzijden’, die jouw
belangstelling hebben, goed.
Ga daarna verder surfen en zoek meer info over
het onderwerp dat jij hebt gekozen.
Het aantal woorden in de hoofdstukken van je werkstuk
tenminste:
BB: 1500 woorden
KB: 2000 woorden
GL: 2500 woorden
Voorkant, inhoudsopgave, inleiding, nawoord, plaatjes, bronvermelding, en 2e-klas proef tellen niet mee bij het aantal woorden!
Als je goede tekst hebt gevonden op het internet, ga
je die in z’n geheel veranderen naar eigen zinnen (samenvatten). Per zin
woorden ‘vertalen’, blijft vaak toch nog plagiaat.
Onder elk stuk tekst, dat je van jezelf gemaakt hebt,
zet je de bron.
Bronvermelding aan het eind van je werkstuk is geen
optie.
Artificial Intelligence (AI) is geen bron!
Plagiaat (kopie) + Artificial
Intelligence:
BB: niet meer dan 10%
KB: niet meer dan 9%
GL: niet meer dan 8%
Magister en andere ‘checkers’ controleren en zijn
leidend.
Achteraf kan er wellicht nog (meer) plagiaat, of door
het internet gemaakte tekst gevonden worden en telt ook mee.
Elk ‘internetprocent’
kost ook 1 punt bij je ‘hoofdstuk-score’,
Meer plagiaat dan
hierboven genoemd, wordt gecheckt op relevantie, minder plagiaat niet.
(bijvoorbeeld: 3% plagiaat kost 3 punten bij ‘De hoofdstuk-score’,
zie beoordelingsformulier)
Teveel van internet (of andere bronnen) gekopieerd,
gegenereerd en/of geplakt, wordt gezien als examen-onregelmatigheid en
wordt met een 1,0 gewaardeerd.
Daarnaast wordt er een brief naar huis gestuurd en er
komt een vermelding in je examendossier.
Hieronder vind je waar jij rekening mee moet houden als je het werkstuk maakt voor nask
De docent heeft met jou overleg over de inhoud van je
hoofdstukken in je werkstuk.
Jij levert (tenminste) 10
hoofdstuktitels/onderzoeksvragen aan die aangeven wat je wilt weten/uitzoeken/onderzoeken.
(de docent geeft tips en aanvullingen, schrapt enz.).
Pas
als je een ‘GO’ hebt (goedgekeurde hoofdstukvolgorde/inhoud,
met handtekening
van de docent) ga je aan het werk.
Zorg dat je (ruim) voor de kerstvakantie een
‘GO’ hebt!
Het
blaadje met tips en aantekeningen van de docent, moet, in je werkstuk, toegevoegd
worden als bijlage!
Als je geen hoofdstukvolgorde/inhoud hebt laten beoordelen door de docent, kan je
werkstuk, achteraf, worden afgekeurd en moet je overnieuw beginnen!
Je gebruikt lettertype "Arial 14" zijn.
Een ander lettertype kost punten! Als je een titel wilt maken,
maak dan het verplichte lettertype iets groter en dikker.
korte uitleg en tips
Handtekening met aanvullingen enz. op bijlage voor ‘GO!’ Je krijgt een handtekening voor het formuleren van de
hoofdstukken (waar ga je het over hebben en waarom (in de inleiding). Deze inhoudsopgave, met handtekening, moet je in je werkstuk
bijvoegen. Door MS Word of Google Docs gegenereerde
inhoudsopgave Genoemde tekstverwerkers kunnen, met jouw hulp, een eigen
inhoudsopgave maken, die steeds, makkelijk, kan worden aangepast. Dit wordt
uitgelegd. Deze inhoudsopgave is verplicht. Voorpagina met titel / datum / klas / paginanummers (en mogelijk,
kop-voettekst) Inleiding In de inleiding beschrijf waarom je gekozen hebt voor je
onderwerp en de hoofdstuktitels (“Ik vind dit een leuk onderwerp”, is geen
goede inleiding).Hoe ben je te werk gegaan (de manier van zoeken, de
problemen met vinden van goede info, welke mensen je geholpen hebben, enz.)
Welke vraag vindt jij het belangrijkst om het antwoord op te vinden en waarom
deze vraag? |
De hoofdstukken |
Alle hoofdstukken hebben een titel (gemakkelijk voor de
inhoudsopgave). Het gaat over natuurkunde en/of scheikunde. De tekst in de
hoofdstukken is direct gelinkt aan de hoofdstuktitel. Het is handig om de hoofdstuktitel in de vorm van een vraag te
bedenken. Dan kun je in het hoofdstuk die vraag gaan beantwoorden. Het is
getypt in je eigen woorden!
Zorg voor zo min mogelijk plagiaat. Magister en andere checkers controleren! (Elke ínternet- of
AI-procent' kost een punt bij de hoofdstukken). Ga nooit zomaar iets overschrijven, knippen en plakken van het
internet: Sites hebben mogelijk een politieke voorkeur. Vertaal hele zinnen
in eigen zinnen, ga samenvatten. Woord voor woord veranderen blijft plagiaat. Bij
twijfel over de eigenheid van je werkstuk (of gedeelten daarvan), worden er
vragen door de docent gesteld om vast te stellen of je de tekst/woorden in je
werkstuk snapt. |
Proef voor 2e-klassers, in
eigen woorden, volgens ‘techna-methode’:
titel/onderzoeksvraag/wat is nodig/hypothese/waarnemingen door de
proef/vragen over de proef/conclusie/evaluatie/bijpassende plaatje(s). |
De proef die je verzint, moet bij jouw onderwerp passen en te
doen zijn in een nask-lokaal door 2e-klassers. Bronvermelding onder elk stukje tekst dat je gebruikt en
‘vertaald’ hebt. Onderaan ieder hoofdstuk plak je de
‘internetadressen’ die je bezocht hebt voor dat hoofdstuk. Deze bron moet geraadpleegd kunnen worden. 1 bron is geen bron! Plaatjes Plaatjes voegen iets toe en maken de tekst begrijpelijker. Het
vinden van bijpassende plaatjes is ook van belang voor je werkstuk. Soms is
het moeilijk iets te vertellen maar verteld een plaatje het goede verhaal. Nawoord Wat weet je nu meer over je gekozen onderwerp? Heb je genoeg informatie kunnen vinden? Vond je het leuk, leerzaam, verschrikkelijk, enz. om te doen? Waarom? Ben je trots op je werk? Welk stuk? Waarom? Nu je meer weet, wil je je je nog meer verdiepen in je
onderwerp? Welk gedeelte? Waarom? Extra inspanning of niet Doe je meer dan wat verwacht wordt (zie
beoordelingsformulier), kunnen er extra punten worden toegekend. Doe je minder: geen mapje, slordig, geen handtekening
voor je hoofdstukken / inhoud, worden minpunten toegekend. |
Beoordelingsformulier van de
docent
Onderstaande
formulier gebruikt de docent om jouw werkstuk te beoordelen:
Het maximaal
aantal punten dat per item gegeven kan worden, is vermeld.